Woensdag 2 maart a.s. is het Aswoensdag en begint de Veertigdagentijd. In katholieke streken viert men allereerst carnaval om nog even helemaal los te gaan en een bodem te kweken voor de vastentijd die aanbreekt. Op Aswoensdag wordt dan het askruisje gehaald; een kruisje op je voorhoofd van het as van de verbrande takjes van Palmpasen.

Wij doen thuis al jaren mee aan het vasten. En ook het askruisje heb ik al in mijn eerste gemeente ingevoerd om ons te herinneren ‘Heden hosanna, morgen kruisigt Hem’. Het leverde natuurlijk wel opmerkingen op als ‘roomsche fratsen’. En sinds ik op radio Rijnmond als city pastor aangesproken wordt met ‘pastoor’ lijken kerkgrenzen verdwenen te zijn. Ondertussen ben ik wel te calvinistisch om hossend te kunnen genieten van carnaval. Die uitspatting laat ik graag ieder jaar aan mij voorbij gaan.

De Veertigdagentijd is voorbereidingstijd, tijd van inkeer en boetedoening. Woorden die wellicht zwaar klinken. Wat hebben we fout gedaan dan? Zondebesef, wie kent het nog? Zie het desnoods wat lichter. Het is een zinvolle periode om pas op de plaats te maken; kijken waar je staat in het leven, wat je sterke en zwakke kanten zijn, nadenken over hoe je de ander tegemoet treedt en wat je droom is voor deze wereld.

Ik gebruik daarbij het vasten als ondersteuning. Wij drinken geen alcohol en eten geen vlees. Behalve als het feest is. Van Aswoensdag tot Pasen is 46 dagen. Er zijn zes zondagen, en dan wordt er niet gevast. De zondag is immers de dag van de Opstanding van onze Heer. Daarbij ben ik ook nog jarig in die periode. Dus al met al is het goed uit te houden.

Ik wens jullie goede voorbereiding.

ds Harold Schorren