Op de zondag na Pinksteren wordt stilgestaan bij de Triniteit, de drie-enigheid van God. Lange tijd heb ik deze drie-eenheid moeilijk gevonden, zoiets als een vierkante cirkel. Totdat ik ontdekte dat ik hierbij niet moet tellen, maar dat dit dogma iets wil vertellen. De vroege christenen wilden namelijk bevattelijk maken wie God nu is. Daarbij gingen ook zij uit van wat is gaan gelden als de geloofsbelijdenis van Israël: ‘Hoor, Israël, de HERE is onze God, de HERE is Eén’. De éne God laat zich echter op verschillende manieren kennen. Zo is Hij Schepper, Bevrijder en Bijstand. Deze goddelijke kernwerkzaamheden heeft de kerk op formule gebracht als Vader, Zoon en heilige Geest. Daaruit spreekt dat God niet statisch is, maar vol beweging. Hij is meervoudig en meerzijdig, zoals blijkt uit de variatie aan activiteiten die Hij laat horen en zien. Die variatie komt nog het meest tot uiting in de aanduiding: Geest. Jezus zelf heeft het – heel eenvoudig – verwoord: ‘God is geest’. Hij beademt ons, doet opleven, inspireert, geeft kracht en nog veel meer. Om dat vele toch enigszins te kunnen bevatten is het trinitarisch dogma bedacht. In het besef dat dit ons denken te boven gaat. We kunnen er het beste van zingen zoals we op deze zondag vast zullen doen, bijvoorbeeld met lied 707:

Dragende, moederlijke God,
U baarde mij, ik ben uw kind.
Schepper die mij adem geeft,
U bent mijn zon, mijn weer en wind.

Gevende, moederlijke Zoon,
U werd een mensenkind als wij,
U voedde mij met hemels brood,
als levensgraan stierf u voor mij.

Zonnige, moederlijke Geest,
kus mij nu wakker als het graan,
dan zal ik groeien in geloof
tot ik voor U in bloei zal staan.

ds Laurens Korevaar