Als predikant in Prinsenland, ten oosten van de A16, fiets ik soms een andere wereld binnen. Een wereld van vroeger die deel was van Kralingen. Verschillende gemeenteleden behoren tot de oud-Kralingers. Door hun verhalen, met soms een zwart-wit of vergeelde kleurenfoto erbij, waan ik me in de tijd dat de ’s Gravenweg platteland was en de Kralingseweg minder volgebouwd. De tijd dat de Ringvaartweg nog niet de uitstraling had van de goudkust. Ik zie eenvoudige woningen en boerderijen voor me. Weilanden en lange rijen kassen. Het is het Kralingen dat voor mijn gesprekspartners vertrouwd was. Hele families woonden er.

Het contrast met nu is groot. De huizen die nog herinneren aan die wereld staan vervreemd tussen de nieuwbouw, die bestaat uit meerdere panden op één terrein of imposante villa’s. Het zijn resten geworden van het verleden. De meesten zullen er niet lang meer staan, er wordt geaasd op de grond. Bij die verhalen over dit stukje platteland, net buiten de stad, horen namelijk ook ervaringen van onteigening en verplaatsing. Dat begon met de komst van de van Brienenoordbrug en de afrit bij de Kralingse Zoom. Niet voor ieder was de vooruitgang een verbetering. Er waren mensen die er hun land of huis voor moesten afstaan…

Ik ben geraakt door die ervaringen. “Ze hebben ons weggeduwd”, zei iemand laatst. De oorspronkelijke bewoning wordt opgekocht en vervangen door dure woningen. Een ander vertelde me over de rechtszaken die hij had gevoerd over compensatie van zijn onteigende grond. Dat een gebied zich verder ontwikkelt is onontkoombaar. Dit is niet meer het Rotterdam van vijftig jaar terug. Maar het is goed ook deze kant van het verhaal te horen en te beseffen dat er mensen zijn die daarvoor afscheid moesten nemen van hún wereld. Een wereld die ik tijdens mijn bezoeken nog graag even binnen fiets.

ds Marianne BogaardMarianne Bogaard
Predikant Protestantse Gemeente Kralingen-Prinsenland