Vakantie! Vaak denken we, dat wij die uitgevonden hebben. Logisch, want een eeuw geleden was er van vakantie amper sprake. Een enkele welgestelde kon het zich veroorloven erop uit te gaan, maar voor de gewone man en vrouw was dat niet weggelegd. Goed dat dit nu anders is.
Toch is vakantie geen uitvinding van ons. Lang voordat wij het bedachten, gaf God Israël maar liefst drie weken per jaar vrijaf. In het voorjaar, met Pesach. In de zomer, met Pinksteren. En in de herfst, bij het Loofhuttenfeest. Zo was bepaald in de Thora (Deut: 16:16: Drie keer per jaar moet u verschijnen voor het aangezicht van de HEER uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen. De eerste twee weken ging je met zijn allen naar Jeruzalem en de derde week bivakkeerde je in een loofhut naast je huis.
God wilde blijkbaar niet dat Zijn kinderen slaven van hun werk werden. Hij gunde hen rust en verademing. Naast de wekelijkse vrije dag kregen ze drie maal zeven dagen vrijaf. Veelzeggende getallen zijn dat. Het gaat om meer dan een paar snipperdagen. God geeft ruimte om van het leven voor Zijn aangezicht een feest van te maken.
Het feest werd steeds gestempeld door twee dingen. Terwijl er gedankt werd voor de ingehaalde oogst, werd tegelijk het geheim van hun bestaan gevierd: de genadige bevrijding uit Egypte (Pascha), de onvergetelijke verbondsluiting bij de Sinaï (Pinksteren) en de ervaren trouw in de woestijn (Loofhuttenfeest). Prachtig hoe ziel en lichaam daarmee samenop gingen
Wij zijn geen Israël. Wel is hun God onze God. Zoals hen zo gunt Hij ook ons verademing. Daarom, als het even kan: neem het ervan! Zeker na alle extra sores van de laatste tijd. Volgens de Prediker ben je niet enkel gemaakt om te werken, maar ook om te genieten van het gegevene. Het deugt het niet als dat er structureel bij inschiet. Zonde is dat!
Gun jezelf wat God je gunt. Met alle zegen van dien!
Paul Visser,
predikant Maranathakerk
R’dam-Zuid