Op 11 april 2021 wordt in Rotterdam de dienst gehouden om de zes miljoen slachtoffers te gedenken die het naziregime onder de Joden heeft gemaakt. Klik hier om een flyer te bekijken met informatie over deze dienst.
Wij spraken met een overlevende van het naziregime: de arts Wolfgang Kotek (90) uit Rotterdam.
Ontstaan van herdenkingsdienst in Rotterdam
In 1951 besloot het Israëlische parlement om jaarlijks de 27e Nissan te gedenken. Dat is de dag volgens de joodse jaartelling waarop in 1943 het getto van Warschau werd vernietigd. Deze gedenkdag kreeg de naam Jom ha Sjoa, ‘Dag van de Vernietiging’. De joodse gemeenschap overal ter wereld viert die dag sinds 1951.
In 1983 deed de rabbijn van Den Haag, Awraham Soetendorp, een oproep aan de christenen om mee te gedenken. Ds Huib van der Steen heeft die oproep in Rotterdam vorm gegeven in de jaarlijkse dienst in de Laurenskerk. Het bijzondere is dat de dienst wordt voorbereid en uitgevoerd door leden en voorgangers van vele kerken en van de joodse gemeenschap in Rotterdam. Zij werken sindsdien samen in het Jom ha Sjoa-Beraad Rotterdam. Wolfgang Kotek is vanaf het begin lid.
Kind in nazi-Duitsland
Er zijn nog maar weinig mensen die de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt en daarover kunnen vertellen. Daarom spreken wij met Wolfgang Kotek over zijn ervaringen uit de nazitijd, en waarom het belangrijk is te gedenken.
Wolfgang Kotek werd in 1930 geboren in Wuppertal in Duitsland. Zijn vader was een Poolse jood en zijn moeder een Duitse vrouw die lid was van de Evangelische Kirche. Haar ouders waren tegelijk lid van het genootschap Odd Fellows, een internationaal humanitaire instelling.
Wolfgang heeft de opbouw van haat vanaf 1933 in Wuppertal meegemaakt en is er het slachtoffer van geweest. In de straten verschenen borden met teksten als: “Koop niet bij Joden”, “Joden niet welkom”, maar ook scheldwoorden als ‘Jood verrek’. “Als kind werd ik uitgescholden en mishandeld door de Hitlerjeugd, alleen omdat ik joods was. Ik werd diverse malen in elkaar geslagen, opgesloten in een kelder, en met verwondingen naar het ziekenhuis gebracht: 14 hechtingen aan mijn linker hand.” In de nacht van 9 op 10 november 1938, op de verjaardag van Maarten Luther, vond in heel Duitsland een georganiseerde actie van de Sturmabteilung (SA) plaats tegen Joden en hun bezittingen. Synagogen, scholen en huizen werden in brand gestoken, winkelruiten ingegooid, de brandweer mocht niet uitrukken, veel Joden zijn die nacht gedood. Dit was de Kristallnacht.
“Na de Kristallnacht stuurden mijn ouders mij naar hun vrienden van de Odd Fellows in Nederland. In Apeldoorn werd ik in 1938 als 8-jarige hartelijk ontvangen. Mijn vader werd al in oktober 1938 gedeporteerd naar Polen. Iedere jood die geen Duits staatsburger was, moest terug naar zijn land van herkomst. Mijn moeder was gedwongen in de hele oorlogsperiode in Duitsland te blijven. Mijn ouders zijn toen bewust gescheiden om mijn moeder te redden. Zij werd door de nazi’s gediscrimineerd, omdat zij door haar huwelijk een Poolse Jodin was geworden. Dat werd beschouwd als een verloochening van haar Duitse staatsburgerschap. Zij moest voor straf nationaalsocialistische kranten aan de man brengen. Dat had één voordeel: zij kreeg een perskaart, waardoor het leek alsof zij journaliste was. Met die perskaart kon zij indringen in het getto van Lodz waarin de hele familie van mijn vader was gedreven. Zij kon voedsel binnen smokkelen en kleine bezittingen aanreiken, zodat grootvader die kon ruilen voor voedsel. Dat kon nog in de eerste periode van het getto. Mijn vader kreeg in 1939 een permit voor vier weken om mij in Nederland te bezoeken. Tijdens dat bezoek vond op 1 september 1939 de Duitse inval in Polen uit. Vader kon niet terug en bleef hij in Nederland.
Ik verbleef in Apeldoorn zonder ouders in 14 pleeggezinnen of kosthuizen. In het begin van de oorlog in Nederland moest ik van de nazi’s naar een joods schooltje in Apeldoorn. Ik heb meegemaakt dat ik uit school kwam en het huis leeg aantrof. De familie was ondergedoken. De meeste medeleerlingen moesten naar Westerbork en de vernietigingskampen.
Ik heb mijn moeder tussen 1938 en 1945 niet gezien. Met tussenpozen miste ik mijn vader vier jaar lang. In 1945 werd ik met mijn ouders verenigd. We moesten wel aan elkaar wennen, maar na een paar dagen was dat over. Wij hebben geluk gehad dat we door zoveel goede mensen waren opgevangen. Na mijn studietijd heb ik 40 jaar als arts gewerkt. Ik ben lid van de Liberaal Joodse Gemeente in Rotterdam.
Waarom zouden jongeren nog herdenken, voor hen is de oorlog zo ver?
“De wens om jongeren erbij te betrekken is bij mij even sterk als bij de leden van het Jom ha Sjoa-Beraad: je kunt niks anders doen dan het onder de aandacht te brengen. Zes miljoen vermoorde joden is vernietiging van een ongekende omvang van oorlogsgeweld. Je herdenkt met die onschuldige joodse slachtoffers al de slachtoffers die in het hier en nu nog vervolgd worden.
Het gaat dus niet alleen om de dictatuur en de vernietigingsdrang van de nazi’s, maar om de vernietigingsdrang van talrijke, grote en kleine ideologieën in het hier en nu, op macro- én op microniveau. De universele mensenrechten worden door talloze staten aan hun laars gelapt.
Het gedenken is belangrijk om de slachtoffers te eren, én door te gedenken te waarschuwen voor machten van onbegrip, haat en vernietiging in de wereld van nu.
Ik heb het voorrecht als gastspreker voor het Centrum Gastsprekers herinneringskamp Westerbork op scholen te komen. Ter afsluiting van een bezoek wil ik de jongeren altijd een boodschap meegeven. Als ik op een christelijke school ben, doe ik dat met een gebed en zeg dan zoiets als: “Almachtige Koning in de Hemel en op de Aarde, weest u ons genadig. Moge er een tijdperk komen waarin mensen in vrede en harmonie met elkaar leven en wilt u ons de kracht geven om daar bouwstenen toe bij te dragen.”
Dideri Mattijsen
Voorzitter Jom ha Sjoa-beraad Rotterdam
Voor een film over het leven van Wolfgang Kotek: klik hier. De film is gemaakt door leerlingen van ROC RijnIJssel in Apeldoorn/Arnhem.
De Jom ha Sjoa Herdenkingsdienst wordt uitgezonden op 11 april om 19.00 uur op de lokale omroep: OPEN ROTTERDAM, www.openrotterdam.nl