Waarom zou ik naar de kerk gaan. Zo luidde de titel van een van de verplichte leesboeken bij de praktisch-theologisch opleiding om dominee te mogen worden, in Utrecht. Een heel braaf confessioneel boek, vol met theologische gemeenplaatsen. Als je er daar een paar van onthield kreeg je op tentamen een negen.

De overigens niet eens zo brave hoogleraar die dit boek geschreven had kon niet vermoeden dat zijn vraagstelling nog eens zeer actueel zou worden. Want, inderdaad, waarom zouden we naar de kerk gaan, als er eigenlijk niet zo veel meer aan is in de kerk. Als je je van te voren moet aanmelden en er misschien deze zondag helemaal geen plek voor mij is. Als ik ook in de kerk weer eens mijn handen ritueel moet reinigen. Als ik in mijn eentje op een stoel zit in de leegte, omdat mijn lief al lang heeft afgehaakt. Als, als….

Het gaat niet goed met de kerk, dankzij corona. Het gaat niet goed met de kerkgang, er is bijna in elke kerk plaats over, terwijl de ruimte zo beperkt is gemaakt. En dan moet het nog kerst gaan worden, onze prime-time. Zitten we straks in de kerstnacht weer op de bank thuis, zoals destijds met Pasen? We  hebben het nog niet eens over activiteiten als groepen en kringen, blijft dat al zoomend, daar moet je toch niet aan denken.

Maar een ding moet je deze pandemie na geven: hij dwingt ons, of nodigt ons tenminste uit, om met elkaar te praten over deze vraag: waarom zou ik naar de kerk gaan. En dat gebeurt steeds vaker. In en rond de kerk, tijdens of na de vieringen,  of aan tafel met vrienden bij een borrel of samen eten. Onderweg bij de super als je toch nog weer eens een kerkgenoot treft en vraagt of ‘hij, zij nog gaat’. Voor je het weet storten we ons in de diepte van een gesprek over onze motieven om toch weer (eens) naar een kerk te willen. Waarom kan geloof niet zonder zingen? Wat blijft er achter wege als wij niet zelf onze mond mogen open doen. Wat we over ons geloof, over God, Jezus zingen, kunnen we toch ook gewoon zeggen, of niet.

En: waarom kunnen we niet zonder elkaar om dat geloof vol te houden, en hoe komt het dat je kerkgang zo snel versloft als je elke keer moet reserveren…. Zelfs de vraag wat God voor ons betekent, of hij nog te ervaren valt op die eenzame zondagmorgens. En welke rol Jezus speelt in ons bestaan, nu hij steeds meer van horen zeggen wordt. Veel gesprek dat we anders niet zo maar hadden gehad. Die corona brengt ons tegoed en ons tekort.

Bert Kuipers
Emeritus Laurenspastor,
Rotterdam